vrijdag 22 februari 2013
Bloed prikken
Een uur eerder dan anders sta ik op de stoep. Alle gordijnen zijn dicht. Na herhaaldelijk bellen zie ik boven het gordijn bewegen. Tien minuten later doet ze open.' Jij bent gek, waarom ben je er nu al? Ik ga niet met je mee. Ik ga nu eten.' Ze mag niet eten. Ze moet elke drie maanden bloed prikken. Dit in verband met een niet goed werkende schildklier en er is een kans op suikerziekte. In een onbewaakt moment heeft ze me toevertrouwd dat ze al bijna een jaar niet gegaan is. Ik vind dat ze dit wel moet doen en ik probeer haar familie te bewegen haar gewoon mee te nemen. Als dit na een maand nog niet gebeurd is, dan doe ik het zelf. En daarom ben ik vandaag een uur eerder dan anders. Mopperend trekt ze haar schoenen en jas aan. Zuchtend stapt ze bij me in de auto. Ik wacht tot ze met tegenzin de veiligheidsriem om doet. Ze loodst me door de voor mij onbekende stad. 'Rij toch eens door. Je rijdt als een oud mens. Waar heb jij je rijbewijs gehaald. Ik zei toch dat ik niet mee wilde. Ik wil helemaal niet bij jou in de auto.' We komen aan bij het laboratorium. 'Ga jij maar vast dan zet ik de auto even weg.' 'Zeg je nou dat ik alleen moet gaan. Nee hoor, jij moet mee.' We zitten een uur in de wachtkamer voor ze aan de beurt is. 'Kijk, die man loopt weg. Ik kan dat ook doen!' 'We kunnen naar binnen. Ze stroopt haar mouw op. Ze kijkt strak naar de muur terwijl de laborante alle spullen klaarlegt. De spuit gaat er in een keer in. Als we teruggaan naar de auto zegt ze: 'Ze kan helemaal niet prikken. Het is een trut. En jij trouwens ook.' Hoe ze over mij denkt is duidelijk. Wat ik van haar vind? Ik vind haar enig!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten