zondag 26 juli 2015

De laatste vijand

Plitvice, Kroatië 
De plunjezakken zijn nauwelijks uitgepakt of ze staan al weer voor de deur, mijn vriendinnen.
Al jaren volgen ze mij, als ik ga verhuizen weten ze bijna eerder dan ik zelf waar ik terecht kom, een grote forse vrouw en een dametje, 'U houdt toch zo van lezen?' en dan krijg ik De Wachttoren en Ontwaak overhandigd.
Discussiëren doen we niet meer sinds ik ze verteld heb dat God/ Jehova naar mijn mening van alle mensen houdt, of ze nu zwart, wit, hetero of homo zijn.
'U hebt toch pas een dierbare verloren?' is vandaag de openingszin.
Ik krijg een boekje met de titel: Als een dierbare sterft.
Het dametje is inmiddels gestorven en vervangen. Dametje deed altijd het woord, haar metgezel stond naast haar te glimlachen, nu doet zij het Woord en staat naast haar een dame met eenzelfde glimlach.
'Vandaag is het precies een jaar geleden, Wil (dametje) is nu een jaar dood.'
'Ja, dat was wel heel plotseling...zo oud was ze toch niet?' reageer ik.
'Ze is 83 geworden.'
Drie-en-tachtig, en dan nog langs de deuren! Ik spreek mijn verbazing uit en zeg:
'Maar dan is het toch prachtig. Drieëntachtig jaar is een mooie leeftijd.'
Fel; Jehova belooft ons het eeuwige leven. De dood is onze laatste vijand. Er is plaats genoeg op deze aarde voor iedereen. We zouden allemaal kunnen blijven.
Mijn kleinzoon komt erbij staan. Ik wijs naar hem en zeg iets van: zij moeten toch op een gegeven moment beslissingen kunnen nemen en niet steeds gehinderd worden door oudere, wijze mensen?
De verontwaardiging stijgt, hier kunnen ze absoluut niet in mee gaan.
Ik probeer deze, voor mij vreemde, reactie terug te vinden in het blaadje. Ik vind haar niet.