donderdag 28 november 2013

ADHD verzonnen

Leon Eisenberg 1922-2009



Mijn zoon stuurt me een link waarin staat dat psychiater Leon Eisenberg op zijn sterfbed toegeeft dat ADHD een door hem verzonnen 'ziekte'is. Als je gediagnosticeerd wordt met ADHD dan is een van eerste middelen die je voorgeschreven krijgt Ritalin, zo ging het ook met mijn zoon toen hij elf jaar was. Dit medicijn heeft een verslavende werking. Toeval bestaat niet; terwijl ik onder de droogkap zit bij de kapper lees ik in de Margriet van week 47 over een moeder die vertelt dat ze de Ritalin van haar zoontje opspaart om drie keer per week zelf eentje te nemen omdat ze er zo 'heerlijk actief' van wordt. Ritalin brengt dus rust in je hoofd als je 'te' druk bent, en stimuleert je tot actie als je er zelf niet toe komt.... en het is verslavend. 
Aanmoediging tot medicijnverslaving, zegt het artikel en zegt ook die moeder die de pilletjes van haar zoon slikt.  

Ik word er naar van. Mijn zoon heeft zes jaar lang Ritalin geslikt. Ook in mijn praktijk kom ik veel kinderen en jongeren tegen die dit medicijn slikken. Zetten wij als ouders onze kinderen aan tot verslaving, terwijl we alleen maar willen dat het goed gaat met hen? Dat ze de rust in hun hoofd krijgen om op school naar vermogen te kunnen presteren. Dat ze minder snel ruzie maken en daardoor in de problemen raken...gewoon omdat we willen dat ze zich gelukkig voelen... 

Nu ik aan het surfen ben en lees van ouders van nu die hun twijfels hebben en hun kinderen niet meer aan de Ritalin zetten ben ik enigszins gerustgesteld. Maar ik weet dat er ook nog genoeg ouders zijn die het advies van diegene die de diagnose stelt gewoon opvolgen.

Mijn zoon is erg intelligent en hij heeft vele talenten, dat weet ik en dat wordt me ook steeds verteld. Toch lukt het hem tot nu toe niet om zijn leven op orde te krijgen en hij kan (nog) niet zonder verslavende middelen. 
Hebben we dit aan Leon Eisenberg te danken?

www.gewoon-nieuws.nllink

maandag 11 november 2013

Verbondenheid

Verbonden in vrijheid met elkaar
Contact durven aangaan en vrijblijvendheid uitsluiten. 
Kennen en gekend worden.

Gister werd het me weer gevraagd: Ben jij niet TE betrokken bij je cliënten?  
De aanleiding voor de vraag was dat meneer aan de manager vertelde dat hij en ik allebei met de tranen in de ogen zaten toen hij een zelf gestuurde brief naar zijn dochter ongeopend retour kreeg...
Ik vraag me af: kan je te betrokken zijn? 
Natuurlijk ben ik niet een vriendin of de buurvrouw die langs komt, maar wel de vertrouwenspersoon waar meneer zich helemaal voor opent.
Ik kom altijd uit op het wij en zij: als ik nu tegen de boom rijd en ik krijg te maken met bijvoorbeeld hersenletsel, ben ik dan ook ‘zij’?  Daarmee geef ik aan dat er geen verschil is. Degene tegenover je heeft iets meegemaakt waardoor hij of zij hersenletsel heeft, jij als ingezette hulpverlener waarschijnlijk niet. Voor hetzelfde geld was het andersom. 
Of die ouders die vastlopen met een kind waarbij sprake is van een psychiatrische stoornis. Jij mag er heen om met de ouders en het kind te praten. Om de ouders te helpen een veilige structuur te creëren voor het kind. Een structuur waaraan het kind houvast heeft en waardoor het minder geneigd is boos te zijn op alles en iedereen. Als hulpverlener ben je er maar een aantal uur in de week. De ouders moeten 24 uur paraat zijn.  Ze moeten zich doorlopend bewust zijn van hun voorbeeldgedrag, de manier waarop ze iets zeggen, en de afspraken die ze maken moeten ze ook werkelijk nakomen, ook al zijn er opeens hele andere dingen die de aandacht vragen.

Als begeleider ben je niks meer of minder dan de mensen tegenover je, maar misschien kan jij als begeleider/ coach/ hulpverlener wel iets betekenen voor het welzijn van de ander. En daar gaat het om.

En vandaag bij de ontmoeting met de oprichter van een mogelijke logeeropvang voor een van mijn coachees werd het me weer duidelijk. Deze man heeft zijn huis, zijn gezin opengezet voor kinderen die niet meer thuis kunnen wonen.  Hij kan de kinderen gemakkelijker sturen, ze kunnen schelden wat ze willen maar hij is niet hun vader en dat is het verschil. Maakt dit hem minder professioneel, omdat hij leeft en woont met zijn cliënten?

Kun je te betrokken zijn? Nee, dat denk ik niet. Het gaat om verbondenheid.


woensdag 6 november 2013

Eenzaamheid als kracht

Hoop                                                            Foto: Corona Blom

Eenzaamheid, een naar gevoel waarbij  verdriet, angst en machteloosheid een rol spelen. Als je eenmaal erkent dat je eenzaam ben kan het je aanzetten tot het op zoek gaan naar anderen, naar een veilige groep, naar veilige leefpatronen, naar nieuwe manieren van levensvervulling.
Jeanette Rijks ( www.jeannetterijks.nl/de-kracht-van-eenzaamheid‎ ) is gespecialiseerd in eenzaamheid. Zij ziet eenzaamheid dan ook als een kracht. Een kracht die je vertelt dat je op zoek zou kunnen gaan naar wie je werkelijk bent en wat je werkelijk wilt. Eenzaamheid kan de kracht zijn die je aanzet om buiten je kaders te denken, om je grenzen te verleggen. De kracht die je helpt om nieuwe doelen vast te stellen, en de stappen te zetten die je helpen je nieuwe doelen te bereiken. Het vinden van jouw unieke plek op deze wereld. De wereld die jouw eigenheid, jouw persoonlijkheid omarmt. Een wereld waarin jij je prettig voelt, de wereld die van jou is, net zo goed als van ieder ander.

Logeeropvang

                                            Foto: Erik Harperink


Soms is het gewoon moeilijk je kind 24 uur per dag om je heen te hebben. Het scheldt, schreeuwt, houdt zich niet aan afspraken en leeft volgens zijn geheel eigen regels. Hij eet niet met het gezin aan tafel, hij zit nooit samen met het gezin voor de TV, hij is op zijn kamer en heeft via internet contact met de buitenwereld. Gelukkig is er sprake van school, van stage, maar de weekenden zijn lang. Lang en zwaar. Meestal gaat er al een en ander aan vooraf en meestal is er sprake van een beperking of/en een gedragsstoornis. Het kind heeft vaak al een indicatie voor zorg in natura of persoonsgebonden budget, en er is meestal wel begeleiding aan huis. Maar soms is dat gewoon niet genoeg. Dan kun je overwegen om een logeeropvang te zoeken voor je kind.
Door je kind af en toe uit logeren te laten gaan krijg je als ouders de ruimte om even op adem te komen. Je aandacht te besteden aan je andere kinderen, aan jezelf en elkaar. Door regelmatig ontlast te worden van je zorgintensieve kind kun je de zorg uiteindelijk langer volhouden. En dat is toch wat je het liefste wilt als ouder.

(In West-Friesland heb ik in de afgelopen maanden twee plekken leren kennen: Paul Grevink en Elles Smit hebben samen sinds juni 2013 een opvanghuis voor jongeren in Enkhuizen, en de stichting Materiacura heeft een logeerplek in Medemblik. www.materiacura.nl. Voor meer informatie over deze twee initiatieven kun je contact met me opnemen.)







zaterdag 2 november 2013

Beageltje

                                                                                     Beageltje



Gisteravond had ik de eer op te mogen passen bij twee schattige kindjes, een peuter van drie jaar en een baby van zes maanden. De moeder wachtte me op en vertelde wat er allemaal moest gebeuren. Gelukkig had ik pen en papier bij de hand, want het werd een hele lijst. Voor mij is het zo'n vijftien jaar geleden dat de kinderen klein waren, ik was vergeten hoeveel werk dit met zich meebracht!
De ouders gingen weg toen wij aan tafel zaten, peuter en ik dan, baby in het wippertje op de tafel. De kinderen waren geweldig, ze gedroegen zich voorbeeldig en alles ging precies zo als moeder me verteld had.

De enige die er misbruik van maakte dat haar baas en bazin weg waren was Beageltje. Beageltjes zijn enthousiaste honden, intelligent maar zeer doelbewust en eigenwijs. Ik ken Beageltje al vanaf puppy, ze voldoet helemaal aan de omschrijving. Haar baasjes hebben haar goed in de hand, ze begroet me altijd uitbundig maar daarna gaat ze meteen weer rustig liggen op haar eigen kleed op de bank. Nu niet. Beageltje bleef heen en weer lopen. En terwijl peuter en ik de bordjes naar de keuken brachten zat zij op tafel met haar snuit in de overgebleven patatjes. En toen ik met de beide kindjes op de bank zat hoorden we veel lawaai in de keuken: Beageltje had de pedaalemmer omgegooid en at vrolijk verder. De kinderen gingen meteen slapen toen ik ze in hun bedjes legde. Beageltje niet. Ze bleef me voor de voeten lopen. Ze kwam pas tot rust toen ik ging zitten, vlak naast haar vaste zitplaats op de bank. Oppassen, ik vond het erg leuk maar ik had niet verwacht dat ik het meeste werk zou hebben van het hondje!