maandag 22 september 2014

Hier en nu



Hij ligt in bed als ik binnenkom:
Ik ga uw eten klaarmaken, komt u zo naar de keuken.
Ja hoor roep me maar als het klaar is.
Maar u moet wel even met me meelopen, want ik weet niet waar de keuken is.
Hij zit tegenover me aan tafel.
Elke hap wordt zorgvuldig voorbereid en langzaam in zijn mond geschoven.
Hij geniet zichtbaar.

We drinken thee in de voorkamer.
Ik weet niet hoe oud ik ben. Wilt u het voor me uitrekenen.
Nee, de kinderen zijn er niet. Ze komen wel eens hoor, af en toe.
Ja, ik heb ook kleinkinderen. Die komen ook wel eens.

Het is een mooie dag.
Wat gezellig dat u er bent.
Nee hoor, ik vind u helemaal niet te druk.
Staat dat in het boek?
Nou dan staat achterin dat u best wat drukker mag zijn.

Wat een mooie bloemen staan hier.
Heb ik die gekregen?
Nou dan mag u ze van me hebben.
Ze zijn nu van mij dus ik mag ze aan u geven.
Komt u over twee weken weer.
Dat vind ik fijn,
ik vind het fijn dat u er bent.


Nee, de bloemen blijven staan waar ze staan. Vergeten.
En als ik wegrijd ben ik waarschijnlijk ook vergeten.
Maar we hadden een goede tijd samen,
ik hoop dat dat gevoel bij hem blijft.
Het volkomen leven in het hier en nu.
Dat is wat me zo aantrekt in mensen met een dementie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten